Eindelijk weer een nieuwe cao voor werknemers touringcarbranche

CNV-leden gaan akkoord met 3e eindbod van werkgevers

Een eindbod is niet altijd een eindbod. Dat bleek wel tijdens het ingewikkelde en moeizame cao-traject voor de touringcarbranche. Na meerdere afwijzingen en acties zijn de leden van CNV Vakmensen uiteindelijk akkoord gegaan met het derde eindbod van de werkgevers voor een nieuwe cao voor de touringcarbranche (circa 4.000 werknemers).

De cao voor de touringcarbranche (officieel de cao Besloten Busvervoer) was eind vorig jaar al verlopen. ‘We zijn opgelucht dat er eindelijk weer een nieuwe cao is en dat de lonen in januari omhoog gaan’, zegt onderhandelaar Fadua Toufik van CNV Vakmensen. ‘Het is wel een bijzonder moeizaam traject geweest. Tot twee keer toe kregen we van de werkgevers een eindbod en tot twee keer toe hebben onze leden dat afgewezen. Daarna kregen we nóg een eindbod met een aantal verbeteringen. Met het derde eindbod zijn onze leden nu akkoord gegaan. Niet allemaal van harte overigens. Maar beter een cao waar alle werkgevers in de branche zich aan moeten houden, dan helemáál geen cao.’

Lonen gaan in 2 jaar met 11% omhoog

De nieuwe cao heeft een looptijd van 2 jaar (van 1 januari 2023 tot 1 januari 2025). In die periode gaan de lonen in totaal met 11% omhoog:

  • 7% per 1 januari 2023
  • 4% per 1 januari 2024

Ter compensatie van cao-loze jaar (2022) krijgen werknemers die op 31 december 2022 in dienst zijn een eenmalige uitkering van 1.250 euro bruto.

Er komt een nieuwe pauzeregeling

Er komt op termijn een nieuwe pauzeregeling, in plaats van de veel bekritiseerde 5/6-regeling (waarbij werkgevers 1/6 van de werktijd als pauze mogen inboeken). Die 5/6-regeling vervalt per 1 januari 2024. Daarvoor in de plaats komt tijdelijk een andere (betere) pauzestaffel. Vakbonden en werkgevers werken intussen aan een nieuwe pauzeregeling, die in 2025 moet ingaan.

Verder hebben de werkgevers toegezegd om zich constructief op te stellen bij afspraken over een betere werk-privébalans. Toufik: ‘We willen dat werkgevers tijdige planningen maken, met fatsoenlijke rusttijden, waarbij werkgevers beter rekening houden met reistijden en overgangen van late naar vroege diensten.’