In gesprek met Peter de Jong

Gepensioneerde CNV-bestuurder over digitalisering, kaderleden, mensenwerk, emancipatie en beweging

Ruim 40 jaar heeft Peter de Jong (66) zich ingezet als vakbondsbestuurder bij het CNV. Hij coördineerde cao-beleid, stakingen, coachte kaderleden en onderhandelde over cao’s. We vroegen de inmiddels gepensioneerde bestuurder naar digitalisering, kaderleden, mensenwerk, emancipatie en beweging.

Digitalisering

‘De belangrijkste ontwikkeling tijdens mijn loopbaan, dat kan ik wel zeggen. Toen ik in 1983 begon moest je als vakbondslid naar vergaderingen komen om gevoed te worden met informatie. De contacten waren fysiek. Ik stond in het telefoonboek met mijn naam en functie, sprak leden via de telefoon, tijdens vergaderingen en spreekuren, bij mensen thuis en op de werkvloer. Dat is totaal veranderd. De snelheid waarmee we elkaar kunnen bereiken en het tempo van de berichten is onvergelijkbaar met die eerste jaren als bestuurder.'

‘Begrijp me goed, ik wil mensen niet terugkrijgen in rokerige zaaltjes. Maar de band tussen bestuurders en kaderleden is enorm belangrijk’

Peter over het belang van goede communicatie

'De digitale snelweg biedt ongelooflijk veel kansen maar heeft ook een risico. De communicatie is vluchtiger. Begrijp me goed, ik wil mensen niet terugkrijgen in rokerige zaaltjes. Maar de band tussen bestuurders en kaderleden is enorm belangrijk. Ik vind dat elkaar fysiek ontmoeten nodig is om die band te laten ontstaan. Is die goed, dan kun je vervolgens snel met elkaar schakelen met digitale hulpmiddelen. Dan informeert het kader de vakbondsbestuurder op tijd als er problemen dreigen te ontstaan op de werkvloer en ben je niet alleen afhankelijk van de formele weg, zoals bij een dreigend faillissement of fusie.’

Emancipatie

‘Ik kom uit het onderwijs. Die achtergrond heeft me geholpen om te kunnen zijn wie ik voor de vakbond was. Iemand die graag iets aan anderen leerde. Iemand die bewust bezig was met het doseren van informatie en het ordenen van het goede verhaal. Het grote doel van ons als vakbond is tenslotte leden helpen bij het vergroten van hun weerbaarheid, hun emancipatie, hun ontwikkeling tot wat ze kunnen.'

'Vaak lag er chaos op tafel; was er sprake van onrecht of zelfs uitbuiting. Ik vond het een mooie taak om dan als bestuurder ordening te geven, één verhaal waarmee leden naar buiten konden. Ordenen, regisseren en coachen. Met als grote doel natuurlijk de ontwikkeling van onze leden en het verbeteren van hun positie. Helaas zijn we er nog niet. ‘Uitbuiting van den arbeidende klasse’ is nog steeds aan de orde. Zo is bijvoorbeeld de verhouding tussen vaste en flexibele contracten compleet zoek. Ik denk wel dat veel werkenden mondiger zijn dan 40 jaar geleden. Ze hebben meer kennis en kunnen snel schakelen met hun vakbond.'

Kaderleden

‘Zonder kaderleden had ik niet kunnen functioneren. Zij zijn de schakel met de leden. Zij zijn de ogen, oren én de mond van de vakbond. Het is als tanken bij een auto: je kunt als vakbondsbestuurder op eigen kracht een eind komen, maar als je niet op tijd tankt bij jouw kader/leden dan val je vanzelf stil.

Technisch kon ik natuurlijk als vakbondsbestuurder in mijn eentje een cao afsluiten. Maar de essentie van het vakbondswerk zit ‘m in het kader. In hun betrokkenheid. Ik moest voortdurend peilen bij kaderleden hoe zij erin zitten. Wat leeft er op de werkvloer? Wat hebben leden nodig? En kaderleden hebben een bepalende rol of er gestaakt kan worden. Hoe groot is hun draagkracht? Hun actiebereidheid?'

‘Het is als tanken bij een auto. Je kunt als vakbondsbestuurder op eigen kracht een eind komen, maar als je niet op tijd tankt bij jouw kaderleden, dan val je vanzelf stil’

Peter over de kracht van kaderleden

Dat is ook het kenmerkende van een echte vakbond; onze leden hebben heel veel invloed en uiteindelijk een echte keuze. Weliswaar in een vakbondsdemocratie: de meerderheid bepaalt uiteindelijk onze keuze!

Toen ik begon had ik een regio die bestond uit een postcodegebied met ongeveer 1.200 adressen van leden. Van kappers, bakkers, gepensioneerden en anders actieven tot werknemers in de techniek, chemie en land- en tuinbouw. Ik schreef verweerschriften bij ontslag, zat aan tafel met werkgevers bij cao-trajecten, reorganisaties, een faillissement, kwam naar de werkplek als een lid in de problemen zat. En uiteraard was er bijna dagelijks wel een ledenvergadering in een bedrijf of in een afdeling van onze vereniging.

We waren als bestuurders allrounders. Een soort huisartsen. Je was voortdurend op zoek naar de balans tussen specialist en allrounder. Kaderleden waren daarbij een vaste waarde. Zonder deze mannen en vrouwen kon je je werk niet doen als bestuurder. Kaderleden beschikken immers over specifieke informatie van het bedrijf. Inmiddels is de werkwijze enorm veranderd; de bestuurder is meer deskundig binnen de sector en beschikt over deskundige ondersteuning door juristen, bondsadvocaten en niet te vergeten ons secretariaat. Maar kaderleden zijn nog steeds de vaste waarde: zonder hen kan een bestuurder het vakbondswerk niet doen.’

‘Kaderleden kunnen het een bestuurder best lastig maken en dat getuigt juist van onze kracht als vakbond’

Peter over de serieuze samenwerking met kaderleden

Mensenwerk

‘Vorig jaar ondersteunde ik als actiecoördinator de stakingen bij de NS. Op veel plekken in de organisatie hebben we daar kaderleden. Op het hoofdkantoor, in de cabine, de coupé, op het perron. We konden op álle lagen van de organisatie rekenen, met een brede vertegenwoordiging. We deden het echt met elkáár. Daar heb ik toen van genoten. Het proces vroeg veel van onze organisatie. Samen met een actie comité bestaande uit kaderleden vanuit het hele land tot bestuurders en het actiecentrum in Utrecht. Leden meenemen in een actietraject, ondersteund door kaderleden en onze bestuurders, met als resultaat een klinkende cao! Daar doe je het voor!'

'Mensen voelden zich tijdens die stakingen bij NS gewaardeerd met hun eigen inbreng. Ieder op zijn eigen plek. Ik zeg vaak: we zijn een mensenbond. Het doet er bij het CNV toe wát iemand zegt. Niet per se wíe het zegt. Kaderleden kunnen het een bestuurder best lastig maken, en dat getuigt juist van onze kracht als vakbond. Wij verwachten niet van onze kaderleden dat ze slaafs achter de boodschap aanlopen die van bovenaf wordt opgelegd. Bottom up. We nemen elkaar serieus met elkaars argumenten. Leden bepalen uiteindelijk wat we gaan doen.

Mensenwerk betekent dat er de nodige vrijheid is. Met verantwoordelijkheidsgevoel. Kaderleden zitten niet in een harnas van bestuurders. Er is ruimte voor wat nodig is. De bond bepaalt het frame. Natuurlijk, als kaderleden iets willen wat tegen het beleid van de bond ingaat, dan hebben we een gesprek met elkaar. En ook dan luisteren we naar elkaar. Met respect.

Beweging

‘Kaderleden geloven in de kracht van hun eigen bedrijf of sector. Aan de bestuurder is het dan de taak om iedereen mee te nemen in het grotere verhaal: welk beleid voeren we? Anders heb je allemaal solo’s. Geen beweging. En uiteindelijk is een sterke beweging in ieders belang. Daarvoor is verbinding nodig. Tussen bestuurders en kaderleden en leden. Is die verbinding goed en ken je elkaar, dan sta je sterk. Dan kun je windkracht 9 weerstaan.’