
‘Heb jij een vast-uren-contract?’ Als logopedist Iris van Dam (26) een studiegenoot of collega ontmoet, is dat vaak de eerste vraag die zij stelt. ‘Ik heb er behoorlijk veel last van dat ik geen contract heb voor een vast aantal uren’, vertelt Iris. ‘Met mijn eerste nul-uren-contract was ik heel blij. Maar nu ben ik bijna drie jaar verder en is er niets veranderd. Mijn inkomsten wisselen elke maand, ik kan geen hypotheek krijgen, heb geen pensioenregeling en geen enkele zekerheid.’
Juichen
Iris werkt fulltime als logopedist bij een praktijkcentrum. Na twee nul-uren-contracten kreeg ze na twee jaar een vast contract. Hoera, dacht Iris, maar dat was te vroeg gejuicht. Het bleek weliswaar te gaan om een vast contract maar nog steeds met nul uren. ‘Daar schiet ik niets mee op. Nog steeds weet ik niet wat ik volgende week verdien en kan ik geen hypotheek krijgen.’
Vastigheid
Iris: ‘Toen ik na twee jaar een vast nul-uren-contract kreeg, was ik eigenlijk verder van huis dan daarvóór. Toen had ik tijdelijke nul-uren contracten en dacht ik dat het om een tijdelijke situatie ging. Maar met mijn vaste contract voor nul uren is uitgesproken dat er geen enkel zicht is op een contract met een vast aantal uren. Meer vastigheid zit er niet in.’
Spannend
Door het gebrek aan enige zekerheid heeft Iris overwogen te stoppen met haar baan. Daarvoor vindt ze het werk echter te mooi en leuk. ‘Nu heb ik besloten om een praktijk over te nemen. Dat geeft op termijn meer zekerheid en ik kan dit werk blijven doen. Als de omstandigheden anders waren, had ik deze stap nu nog niet genomen. Ik vind het best spannend, maar ik heb er ook zin in.’
Griepgolf
‘Wat mij zou hebben geholpen? Dat is eenvoudig. Een garantie van een minimum aantal vaste uren, bijvoorbeeld twintig. Dan had ik enige zekerheid. Nu word ik alleen per klantencontact betaald. Als tijdens een griepgolf alle cliënten opeens hun afspraak afzeggen, zit ik de hele week op de praktijk en verdien ik geen cent. Nul zekerheid is niet te doen.’
Rijk
‘Tijdens de opleiding logopedie werd gezegd dat je met dit beroep niet rijk wordt. Geen punt, dacht ik. Ik hoef helemaal niet rijk te worden. Maar ik wil wel kunnen leven. Dat kan eigenlijk niet als je geen enkele zekerheid krijgt. Nul zekerheid is niet te doen. Ik werk fulltime, maar heb geen idee wat ik volgende week verdien.’