Fatsoenlijke stagevergoeding moet de norm worden

Lees hier het nieuwsbericht over de ludieke actie op vrijdag 13 oktober in Utrecht

Werkgevers in Nederland moeten snel werk maken van een fatsoenlijke stagevergoeding in alle sectoren, zowel voor mbo, hbo als wo. ‘Een goede stagevergoeding zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn’, vindt vakbondsconsulent Belle Tonk van Probeer de Bond (onderdeel van CNV Vakmensen). ‘Maar helaas is dat niet de praktijk. Bovendien zijn de verschillen groot. De ene stagiair krijgt wel een vergoeding, de ander krijgt helemaal niks. Minister Dijkgraaf zegt zich daar zorgen over te maken, maar hij kan er ook concreet wat aan dóen. We vinden dat een minimale stagevergoeding voor alle stagiairs een wettelijke norm moet worden.’ Vandaag is er in Utrecht een ludieke actie van studenten om aandacht te vragen voor een verplichte stagevergoeding.

Uit recente onderzoeken blijkt dat het in Nederland triest is gesteld met stagevergoedingen. Wettelijk is er niets voor geregeld. Uit onderzoek van ResearchNed bleek eerder deze week dat veel hbo-stages onbetaald zijn, vooral in het onderwijs en in de zorg. Enkele weken geleden bleek al uit een rapport van de Oeso dat Nederlandse studenten – van alle 38 Oeso-landen – met stagevergoedingen helemaal onderaan het lijstje staan. ‘Nederland komt op het gebied van stagevergoedingen helaas als slechtste uit de bus’, zegt Tonk. ‘We merken dat ook in de praktijk. We horen veel verhalen van studenten die een heel lage stagevergoeding krijgen of zelfs helemaal niks. Dat is zuur, zeker als je vanwege die stage ook je bijbaantje moet opgeven. Dan heb je echt een financieel probleem. We horen veel verhalen van jongeren die niet meer naar hun studieschuld durven te kijken of kampen met burn-outs, omdat ze naast hun stage nog moeten werken om rond te kunnen komen.’

Stagevergoeding is voor bedrijven nu veel te vrijblijvend

Tonk vindt dat minister Dijkgraaf (Onderwijs) veel te makkelijk de bal bij werkgevers en vakbonden neerlegt. ‘De stagevergoeding is voor bedrijven nu veel te vrijblijvend. De een doet het wel, de ander niet. Als stagiair zit je in een lastige positie, omdat je niet als werknemer wordt gezien en niet in de positie bent om zelf een stagevergoeding op te eisen. De minister zegt zich daar zorgen over te maken, maar als hij de studenten daadwerkelijk wil helpen, moet het gewoon wettelijk worden geregeld. Een verplichte minimum stagevergoeding van minimaal 500 euro per maand vinden wij reëel, ook omdat studenten vanwege de stage vaak hun bijbaantje moeten opgeven. Die norm kan een startpunt zijn voor verdere onderhandelingen aan de cao-tafel.’

Andere landen in Europa hebben al zo’n norm voor stagiairs. Zo hebben studenten in Frankrijk bij een stage langer dan 2 maanden recht op minstens 15% van het minimumloon. In Duitsland geldt simpelweg het minimumloon als de stage langer dan 3 maanden duurt.

Wettelijke regeling is noodzakelijk

Op dit moment loopt er een petitie, waarin wordt opgeroepen tot een verplichte stagevergoeding, die bovendien gelijk is voor stagiairs (mbo, hbo of wo). De petitie is inmiddels al bijna 10.000 keer ondertekend.

Snel nog meer cao-afspraken nodig

Zolang er nog geen wettelijke regeling is, zet het CNV zich ervoor in om in cao’s harde afspraken te maken. ‘Dat lukt gelukkig steeds beter’, constateert Tonk. ‘Sinds de start van de petitie is ons voorstel op meerdere onderhandelingstafels beland. Zo is bijvoorbeeld recent met Schiphol de afspraak gemaakt dat alle stagiairs, ook bij de ingehuurde bedrijven, een stagevergoeding krijgen van minimaal 350 euro, naast een reiskostenvergoeding. Het gaat dus de goede kant op. Maar het gaat nog te langzaam. Scholen, werkgevers en de overheid wijzen naar elkaar, terwijl het water studenten aan de lippen staat. We roepen werkgevers op om dit gewoon snel en goed in de cao te gaan regelen. Het is tenslotte ook een blijk van waardering voor stagiairs, bij hun eerste kennismaking met de arbeidsmarkt. Zeker in een tijd van grote personeelstekorten is het belangrijk dat bedrijven daar oog voor hebben. Stagiairs kunnen ook je toekomstige werknemers zijn.’