Intrekking Concessie IJssel-Vecht Keolis

Volgend op het voorlopig besluit van de Provincies om de concessie in te trekken, is er veel werk verzet door werknemers van Keolis, ondernemingsraden en vakbonden om het definitieve besluit te beïnvloeden en wel om duidelijk te maken welke gevolgen het zou hebben als de concessie definitief niet aan Keolis gegund zou blijven en er mogelijk een andere OV-bedrijf de concessie zou overnemen, en dan vooral de gevolgen voor betrokken personeel en eventueel extra aan te trekken personeel.
Op 20 juli jl. hebben vakbonden (kaderleden en bestuurders van CNV en FNV) gesproken met gedeputeerden van de Provincies en daar hun visie gegeven en gevraagd betrokken te worden bij de vervolgstappen, bij welk besluit dan ook.

Volgend op het definitief besluit van de Provincies op 4 augustus jl., hebben de vakbonden een brief van de provincies ontvangen. In deze brief onderkennen de provincies dat hun besluit om de concessie definitief in te trekken, direct de belangen zal raken van reizigers en werknemers. Daarom zijn GS voornemens bij de intrekking flankerende maatregelen te nemen, die deze negatieve effecten in belangrijke mate kunnen voorkomen. De flankerende maatregelen zien er als volgt uit:

  1. GS zullen –ter overbrugging van de periode die nodig is om een opvolgende concessie voor de regio IJssel-Vecht na de aanbesteding te verlenen- een noodconcessie aan Keolis opdragen voor de duur van twee jaar. GS gaat er van uit dat Keolis daaraan zal meewerken.
  2. Die noodconcessie zal inhoudelijk zoveel mogelijk gemodelleerd worden naar de ingetrokken Concessie. De ambitie van GS is er om er voor te zorgen:
  • Dat de werknemers die voor de ingetrokken Concessie werkzaam zouden zijn zoveel mogelijk onder de noodconcessie werkzaam kunnen zijn;
  • Dat de reizigers zoveel als mogelijk dezelfde vervoersprestaties krijgen als de vervoersprestaties waarop zij onder de ingetrokken Concessie uitzicht hadden; en
  • Dat met het vervoer reeds vanaf 13 december 2020 gewerkt kan worden aan het realiseren van milieudoelstellingen op hoog niveau, zonder kapitaalverlies van belangrijke milieu-investeringen.

Verder zullen GS in de aan besteding voor de opvolgende concessie voorschrijven dat met dezelfde zero-emissie materieel gereden moet worden. Voor de overgang van personeel gelden de regels vanuit de Wet personenvervoer.

Op grond van bovenstaande toezeggingen, kunnen we vaststellen dat de inzet vanuit medewerkers Keolis, OR’en en vakbonden resultaat heeft gehad.

Vervolgens hebben we een gesprek met de directie van Keolis aangevraagd en dat zal plaatsvinden op 1 september a.s. Hieropvolgend zullen er weer reguliere art. 40 overleggen gaan plaatsvinden. Want er zijn vele vragen en veel is nog onduidelijk. Op dit moment is er overleg tussen een ambtelijke werkgroep vanuit de provincies met een werkgroep vanuit Keolis om nadere invulling te geven volgend op het definitief besluit en hiervoor is tijd nodig.

Wij begrijpen dat de onzekerheid onder de medewerkers nog groot is en doen ons uiterste best zo snel als mogelijk meer duidelijkheid voor jullie te krijgen.

Voor vragen kun je uiteraard terecht bij de kaderleden van betrokken bonden en ondergetekende.

Peter de Ridder
Bestuurder CNV Vakmensen
M: 06 51 60 19 97
E: p.deridder@cnvvakmensen.nl