Wel of niet verplicht indexeren?
In de meeste pensioenregelingen is geen sprake van een hard indexatierecht, want dat zou leiden tot nog hogere pensioenpremies. Dit betekent dat pensioenfondsen aan de hand van hun financiële positie jaarlijks bekijken of het indexeren van pensioenopbouw van werkenden en pensioenuitkeringen van gepensioneerden mogelijk is. Dit hangt af van de dekkingsgraad. De dekkingsgraad wordt berekend door het geld dat het pensioenfonds nu in kas heeft te delen door het geld dat het fonds nu én in de toekomst moet uitbetalen aan pensioenuitkeringen. Als de dekkingsgraad hoog genoeg is, wordt er geïndexeerd en vice versa. Ondanks positieve beleggingsresultaten hadden veel pensioenfondsen de afgelopen jaren te weinig geld om pensioenen volledig te indexeren.
Rekenvoorbeeld dekkingsgraad: Stel Pensioenfonds A. heeft €120 in kas. Het benodigde vermogen om levenslang pensioen met een hoge mate van zekerheid uit te keren is €100. De dekkingsgraad is dan 120/100 x 100 = 120%. Er is nu indexatieruimte, want pensioenfondsen mogen wettelijk gezien indexeren vanaf 110%.
Rol risicovrije rekenrente bij bepalen dekkingsgraad
De politiek en De Nederlandse Bank eisen dat het toegezegde pensioen zo veilig mogelijk wordt gefinancierd, zodat werknemers het pensioen ontvangen waar zij recht op hebben. Pensioenfondsen moeten het vermogen dat ze nodig hebben om alle huidige en toekomstige pensioenen te kunnen uitbetalen met een hoge mate van zekerheid berekenen. Uitgaan van een hogere risicovrije rente of van gunstige beleggingsopbrengsten uit het verleden is uitgesloten. Daarom rekenen zij met risicovrije rekenrente: de rente die pensioenfondsen vrijwel zeker krijgen op het vermogen om toegezegde pensioenen te betalen. Nu en in de toekomst. Door de lage rentestanden in de afgelopen jaren moest een pensioenfonds meer geld sparen om alle pensioenen uit te kunnen keren. Dit beïnvloedde de dekkingsgraad negatief, waardoor indexatie uitbleef.
Rekenvoorbeeld rekenrente: Stel je moet een kennis volgend jaar €100 betalen. Hoeveel geld moet je dan nu met zekerheid op zak hebben? Als de risicovrije rente 2% is, dan heb je aan €98 genoeg. Bedraagt de rente 0%, dan moet je nu €100 bezitten. Kortom: hoe lager de rente, hoe meer geld je moet hebben om aan je verplichtingen te voldoen. Bij pensioenfondsen gaat het net zo, maar dan in enorme bedragen.
Wat doet het CNV op indexatievlak?
CNV maakt zich hard voor het versoepelen van indexatieregels in de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat is ook gelukt. Het kabinet heeft besloten dat in 2022 de indexatiegrens per 1 juli 20 wordt verruimd, wat indexeren mogelijk maakt. Een fonds kan nu al vanaf een dekkingsgraad van 105% de pensioenen verhogen.
Als eerste pensioenfondsen besloten PME, PWRI en ABP om per 1 juli 2022 alle pensioenen te indexeren. De meeste fondsen hebben of zijn van plan het pensioen in 2022 te verhogen.
Natuurlijk zal elk pensioenfondsbestuur zijn eigen evenwichtige belangenafweging moeten maken, gegeven de financiële situatie van het fonds. Of jouw fonds daadwerkelijk van die versoepelde regelgeving gebruik kan maken, hangt af van toekomstige dekkingsgraden.
Een andere belangrijke factor is de hogere rentestand. Hierdoor stijgen de dekkingsgraden en zal er naar verwachting ook per 1 januari 2023 stevig worden geïndexeerd.
Raadpleeg je eigen pensioenfonds voor de actuele stand van zaken.
En verder?
Sinds de financiële crisis staat het pensioenstelsel ter discussie. Ook de risicovrije rekenrente is vaak onderwerp van gesprek geweest, niet alleen in de politiek, ook in de samenleving en aan de overlegtafels waar wij aan deelnemen.
In juni 2019 sloten vakbonden, werkgevers en politiek het Pensioenakkoord. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt over het anders organiseren van pensioen. Het draait niet meer om een pensioenuitkering met hoge mate van zekerheid, maar om de ingelegde pensioenpremie. We maken de overstap van een uitkerings- naar premieregeling.
Tegenover je ingelegde premie staat een verwacht pensioen in de verschillende toekomstscenario’s. Bij goede beleggingsresultaten stijgt het pensioen direct en vice versa. Er zijn mechanismen afgesproken om grote schokken te voorkomen, zodat het pensioen niet teveel fluctueert. Denk aan het spreiden van schokken en het collectief delen van beleggingsrisico’s via een zogenaamde solidariteitsreserve.
De komende jaren worden de afspraken uit het pensioenakkoord door bonden en werkgevers verwerkt in pensioenregelingen. Het is een tijdrovende operatie, die zorgvuldig moet gebeuren. Alles bij elkaar verwachten vakbonden, werkgevers, de politiek en pensioenfondsen, dat het pensioen verbetert en het vertrouwen van werknemers en gepensioneerden wordt teruggewonnen.