Doorsneesystematiek
In het huidige pensioenstelsel bouwen alle pensioenfonds deelnemers dezelfde pensioenrechten op per ingelegde euro. Leeftijd speelt daarbij geen rol. Maar de pensioeninleg van een 24-jarige, heeft meer tijd om in waarde te stijgen, dan de inleg van een 64-jarige. Renderen, heet dat in vakjargon. Een jongere betaalt dus te veel premie voor de opbouw die daar tegenover staat, een oudere weinig. Toch krijgt de jongere werknemer dezelfde uitkeringsrechten als een de 64-jarige. Geen probleem, als jonge leden deelnemer van het fonds blijven. Jongeren betalen nu mee aan pensioenopbouw voor de oudere generaties. En als compensatie ontvangen ze – als ze zelf ouder zijn – een gesubsidieerde pensioenopbouw van de generaties die dan jong zijn. Dat werkte toen prima.
Vergrijzing
Maar het huidige pensioenstelsel sluit niet meer aan op de arbeidsmarkt van nu. Mensen veranderen steeds vaker van een baan bij een nieuwe werkgever en dus van pensioenfonds. Daardoor lopen ze de voordelen van de jong/oud compensatie binnen het fonds mis.
In het nieuwe pensioenstelsel wordt de inleg die je als deelnemer in de kas van een pensioenfonds stopt, direct toegedeeld aan je eigen pensioenpotje en zal zo direct zijn meetellen bij het vaststellen van de pensioenuitkering die je later krijgt. De inleg wordt dus meer gebruikt voor je eigen pensioen, minder om het pensioen van ouderen mee te betalen. Er is dus een meer directe relatie tussen wat je inlegt nu en welke uitkering je later ontvangt.
Wat betekent dit voor de midcareers?
Jij hebt pensioenpremie ingelegd voor de pensioenopbouw voor de oudere generaties. Maar je krijgt daar in het nieuwe pensioenstelsel dus minder voor terug. Want jongeren gaan – in het nieuwe stelsel – sparen voor hun eigen toekomstige pensioen. Zij dragen dus niks af voor jouw pensioenuitkering, als jij later zelf de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
Compensatie
Het huidige opgebouwde pensioen met de daarbij horende pensioenrechten en pensioenafspraken, wordt straks ondergebracht in het nieuwe pensioenstelsel. Invaren, noemen we dat ook wel in vakjargon. Bij deze transitie is er ruimte voor compensatie. Pensioenfondsen houden namelijk een buffer aan, dat bestaat uit opgebouwde vermogen of premieverhogingen. Die buffer dempt de negatieve effecten van de pensioentransitie voor bepaalde leeftijdsgroepen.
De herverdeling – dus de manier waarop de compensatie wordt gefinancierd - verschilt van fonds tot fonds. Dat hangt nauw samen met de leeftijdsopbouw van de deelnemers in de fondsen. Zo bestaan er fondsen met relatief veel jongeren en fondsen met in verhouding veel ouderen. De leeftijdsopbouw is bepalend voor de mate waarin en de manier waarop er gecompenseerd gaat worden. Elke pensioenorganisatie maakt dus een ingewikkelde rekensom, om de hoogte van de compensatie per leeftijdsgroep te bepalen.
Evenwichtige herverdeling
CNV hecht veel waarde aan een evenwichtige en eerlijke herverdeling. Als vakbond hebben we een belangrijke plek binnen de pensioenfondsen. We houden daar actief toezicht op de compensatieverdeling, zodat je pensioen niet teveel wijzigt in het nieuwe pensioenstelsel.