Beschikbare kennis van ambtenaren wordt onvoldoende benut

De afgelopen maanden zijn jullie uitgenodigd om deel te nemen aan een enquête over jullie werk bij een uitvoeringsorganisatie. Veel van jullie, in totaal bijna 500 medewerkers, hebben hier gehoor aan gegeven en onze enquête ingevuld. Veel dank daarvoor.

Afgelopen zaterdagavond besteedde Nieuwsuur aandacht aan de uitkomsten: https://www.google.nl/amp/s/amp.nos.nl/artikel/2347944-de-uitzending-van-12-september.htmlIn de enquête (zie bijlage) geeft 95 procent aan deskundig genoeg te zijn om goed werk te leveren, de kennis is dus aanwezig. Maar éénderde van de totaal respondenten geeft aan dat deze kennis onvoldoende wordt benut. Bij nieuw beleid, wet- of regelgeving wordt er zelden tot nooit betrokkenheid gevraagd van de ambtenaren. Bij de Belastingdienst geldt dat voor 73 procent van de respondenten; bij UWV is dit 49 procent. Daarnaast worden signalen of meningen bij eventuele problemen of fouten volgens 70 procent van de respondenten zelden, nooit of soms gehoord door hogere management lagen; dit tot frustratie bij velen.

Ambtenaren hebben begrip voor de kritiek 
De ambtenaren geven in meerderheid aan begrip te hebben voor de kritiek van burgers. Echter, naar het oordeel van de ambtenaren wordt de huidige kritiek te eenzijdig bij de ambtenaren neergelegd. Een respondent hierover: “Ik begrijp een deel van de kritiek, maar mis in de discussie de context. Bijvoorbeeld een duidelijke uitleg waarom ambtenaren zo hebben gehandeld. Ambtenaren voeren wet- en regelgeving uit. Die wet- en regelgeving wordt door onze volksvertegenwoordigers gemaakt. Ik vind dat de politiek het boetekleed mag aantrekken en moet toegeven dat zij een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan van de problemen.” 
CNV projectleider Loek Schueler: “Er zijn schrijnende verhalen van mensen die door fouten bij de belastingdienst in de problemen zijn gekomen. Dat maakt het juist zo onbegrijpelijk dat er niet beter geluisterd wordt naar de ambtenaren in deze organisaties. Uit onze enquête blijkt dat signalen over fouten of waarschuwingen over risico’s, serieus worden genomen door de directe leidinggevende, maar hoger in de organisatie stranden; bij het hogere management, bij beleid of bewindspersoon. De stem van de ambtenaren wordt zo onvoldoende gehoord, terwijl zij zoveel kennis en ervaring hebben. Zij voeren uit wat de politieke wensen van dat moment zijn en onmisbare schakels in het functioneren van de rijksoverheid. Het is echt nodig dat de ambtenaar serieus wordt genomen.”

Signalen stranden bij hogere management
Eén derde van de ambtenaren loopt tegen de interne structuur aan, omdat suggesties en ideeën vroegtijdig (vooral bij het hogere management) stranden. De ambtenaren geven daarbij ook aan dat het frustrerend is, dat ze niet serieus wordt genomen en signalen niet worden gehoord.
In de enquête is ook gevraagd naar mogelijkheden ter verbetering. De meeste genoemde suggestie is meer bestuurlijke lef om nee te zeggen tegen nieuw beleid of wet. Ook het verminderen van administratieve drukte en sturing op targets en output zijn vaak genoemd. Een respondent over de administratieve druk: “Ik heb wel eens het gevoel dat ik meer bezig ben met de regeltjes dan met mijn klant. Ik denk echter dat ik, maar zeker ook mijn collega‘s veel meer kunnen bieden, meer resultaat kunnen bereiken en waarschijnlijk tegen lagere kosten, als er zoiets was als kijken wat echt nodig is. Ik schrijf bijvoorbeeld rapporten, ben daar veel tijd mee kwijt, het moet. Echter niemand beseft dat dit maar een statisch beeld geeft en eigenlijk niet veel toevoegt.”

Trots op collegialiteit, de maatschappelijke impact en het klantcontact
In de enquête heeft CNV ook gevraagd waar men trots op is. Opvallend vaak wordt het collegiale team, de onderlinge samenwerking, loyaliteit en gedrevenheid genoemd. “Dat we elkaar binnen het team ondersteunen en helpen” en Dat we in teamverband onze rug rechten na weer slecht nieuws en blijven doorgaan met op zo goed mogelijke wijze uitvoeren van ons werk.”
Daarnaast is de ambtenaar ook trots op zichzelf, het vakmanschap en de hoge mate van zelfstandigheid. Een klein deel is niet meer trots, en vooral niet meer trots op de dienst waarvoor ze werken.
Tot slot blijkt dat veel medewerkers trots zijn op de maatschappelijke nut dat zij hebben en hun passie voor de publieke zaak. Ze noemen het klantcontact, het opleveren van concrete producten en dienstverlening. Een respondent: “Dat ik goed contact heb met mijn klanten en me zo goed mogelijk inzet om de vragen die ze hebben, de diensten waarom ze vragen en de ondersteuning die ingezet moet worden.” En een andere respondent: “Ik kan een klant daadwerkelijk verder helpen.” Weer een andere respondent geeft aan trots te zijn op “Toepassing van de menselijke maat, streng waar nodig, maar rechtvaardig waar mogelijk.” En iemand anders verwoord zijn of haar trots zo: “Kwaliteit onderzoek: hard op inhoud, zacht op de relatie.”

Vervolg CNV plan
Projectleider Schueler: “CNV vindt dat de stem van de ambtenaren door de tijdelijke commissie uitvoeringsorganisaties van de Tweede Kamer moet worden gehoord. Daar maken wij ons hard voor bij de commissie. Daarnaast wil het CNV graag met de ambtenaren die aan de enquête hebben meegewerkt verder denken over de mogelijke oplossingen.”

Loek Schueler, Projectmanager CNV Connectief, e-mail l.schueler@cnv.nl
Roel van Riezen, bestuurder CNV Vakmensen, e-mail r.vanriezen@cnvvakmensnen.nl

Downloads