Wat betekent de Wet Toekomst Pensioenen voor jou?

Op 30 maart stuurt minister Schouten de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen naar de Tweede Kamer. Een belangrijke mijlpaal. Het CNV werkt sinds het pensioenakkoord in 2019 mee aan de vormgeving van het nieuwe pensioenstelsel, samen met de andere sociale partners en de overheid.

Wat betekent de indiening van deze wet? En waarom werken we aan een nieuw stelsel? Zijn we tevreden over wat er nu ligt of zijn er nog strijdpunten? In deze blog vertellen we je er meer over.

Nieuw pensioenstelsel
Allereerst een korte uitleg waarom het zo belangrijk is dat er een nieuw pensioenstelsel komt. In 2019 sloten de sociale partners een pensioenakkoord af, samen met de overheid. Hierin zijn de volgende afspraken gemaakt die per 1 januari 2023 ingaan.

  • We blijven samen opbouwen. Voor het CNV zijn collectiviteit en solidariteit belangrijke pijlers onder het pensioenstelsel. We bouwen samen pensioen op en delen samen de risico’s. Werkgevers blijven verplicht aangesloten bij het pensioenfonds voor hun sector. Zo is iedereen verzekerd van een goed pensioen op zijn of haar oude dag. In het nieuwe stelsel blijven deze principes behouden.
  • Indexeren wordt in het nieuwe stelsel makkelijker. Als het economisch goed gaat, kunnen de pensioenen sneller omhoog. Als het economische minder gaat, kunnen ze ook omlaag. Vooruitlopend op de overgang naar het nieuwe stelsel zijn de huidige regels tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op korte termijn te verkleinen. Dat heeft er nu al voor gezorgd dat de pensioenen voor miljoenen deelnemers de laatste jaren niet zijn gekort. Het CNV maakt zich er tevens sterk voor dat er met terugwerkende kracht al vanaf 1 januari 2022 kan worden geïndexeerd.
  • Het nieuwe stelsel sluit beter aan op de huidige arbeidsmarkt. Steeds minder mensen werken hun leven lang voor dezelfde werkgever. Men wisselt vaker van baan of is een tijdje zelfstandig ondernemer. Dit kan wel eens knellen bij je pensioenopbouw. In het nieuwe stelsel sluit de pensioenopbouw financieel beter aan bij de premies die je inlegt. Hierdoor wordt de pensioenopbouw persoonlijker, eerlijker en transparanter.
  • Gezond de AOW-leeftijd halen. Het kabinet investeerde 800 miljoen euro tussen 2021 en 2025 en structureel 10 miljoen euro per jaar voor duurzame inzetbaarheid en scholing. Het doel is dat mensen fysiek hun werk goed kunnen blijven doen en hun vaardigheden op peil houden om deel te blijven nemen aan de arbeidsmarkt. Daarnaast is afgesproken om de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen.
  • Eerder stoppen is mogelijk. Voor wie doorwerken tot het pensioen onhaalbaar is, is de RVU-regeling (Regeling Vervroegd Uittreden) in het leven geroepen. Tot een bedrag van 1857 euro per maand hoeft de werkgever geen belasting van 52% te betalen. Dat bedrag staat gelijk aan de netto AOW van een alleenstaande. Uiterlijk tot drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd mag je gebruik maken van de RVU. De regeling is tijdelijk en geldt voor werknemers geboren tussen 1955 en 1961. Tot december 2025 kunnen zij hiervan gebruik maken. Het CNV heeft de afgelopen jaren in diverse cao’s afspraken gemaakt over de RVU-regeling.
  • 10% van je pensioen in een keer opnemen. Als je met pensioen gaat, krijg je de mogelijkheid om maximaal 10% van je totale pensioenbedrag in een keer al op te nemen. Bijvoorbeeld voor het afbetalen van je hypotheek. Het CNV is hier minder enthousiast over vanwege het financiële risico dat zich met zich meebrengt. Het zorgt ervoor dat je in jaren hierna minder pensioen hebt.

De Wet Toekomst Pensioenen
Het akkoord van 2019 is inmiddels omgezet in een wetsvoorstel: de Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Eind maart is de Wet Toekomst Pensioenen ingediend bij de Tweede Kamer. Als de Tweede Kamer akkoord is, gaat de wet op 1 januari 2023 in. Een belangrijk moment. Pensioenfondsen gaan vervolgens aan de slag om de daadwerkelijke overstap van het oude naar het nieuwe stelsel te organiseren. En op 1 januari 2027 is moeten alle pensioenfondsen zijn overgestapt op het nieuwe stelsel. Deze periode van vier jaar is nodig omdat de overgang van het huidige naar het nieuwe stelsel een ingrijpende operatie voor pensioenfondsen is die zorgvuldig moet gebeuren.

Waar strijdt het CNV voor?
Het CNV ondertekende het pensioenakkoord en is op hoofdlijnen tevreden over de afspraken. Met name over het feit dat de pensioenopbouw verplicht blijft, het solidaire karakter is behouden, er eerder geïndexeerd kan worden en er goede regelingen zijn getroffen met betrekking tot de AOW-leeftijd en eerder kunnen stoppen met werken.

Toch zijn er ook aandachtspunten waar het CNV zich de komende tijd sterk voor maakt.

  • Een structurele en betere regeling voor mensen in een zwaar beroep. Twee miljoen Nederlanders redden het niet tot hun pensioen, blijkt uit CNV-onderzoek. De RVU-regeling is tijdelijk en loopt eind 2025 af. Wij maken ons sterk voor een structurele regeling. Daarnaast is het bedrag waar veel mensen van rond moeten komen (1200 netto per maand) te laag. Het CNV zet daarom, naast een structurele regeling, in op een hoger bedrag. Zodat eerder stoppen voor grotere groepen mensen haalbaar en betaalbaar wordt.
  • Nu al indexatie. In het pensioenakkoord is afgesproken dat ook in de overgangsperiode naar het nieuwe stelsel er eerder kan worden geïndexeerd. Het CNV wil graag dat indexatie nu al mogelijk wordt. Minister Schouten is daarom gevraagd om de algemene maatregel van bestuur (AMvB) over eerder indexeren snel mogelijk te maken. Met deze AMvB wordt wettelijk mogelijk gemaakt dat indexeren al vanaf 105% kan, in plaats vanaf een dekkingsgraad van 110%. Gezien de hoge dekkingsgraden maakt dit voor veel gepensioneerden al een groot verschil. Pensioenfondsen die op 31 december 2021 of in de loop van 2022 met hun dekkingsgraad boven de 105% staan, roept CNV op om nu al zoveel mogelijk te indexeren.
  • Veel mensen bouwen geen pensioen op. Werkgevers zonder pensioenregeling voor hun personeel, moeten hun werknemers daar verplicht over informeren. Het CNV wil dat dit in de wet wordt geregeld. Zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is.
  • AOW moet meestijgen met minimumlonen en uitkeringen. In het nieuwe regeerakkoord is afgesproken dat de AOW niet meestijgt met de minimumlonen en andere uitkeringen. AOW-gerechtigden gaan er hierdoor op achteruit in koopkracht, zeker met de hoge inflatie. Dat is onacceptabel wat het CNV betreft. Wij strijden voor een koppeling tussen de AOW en de minimumlonen.