Seinen op groen voor historisch hoge loonvraag

In 2023 kan de loonvraag van CNV Vakmensen voor nieuwe cao’s oplopen tot maar liefst 10 procent. Nooit eerder legden we de lat zo hoog.

Het zijn bijzondere tijden. We rollen van de ene crisis in de andere, met als gevolg dat de inflatie dit jaar hoog opliep. Niet gek dat CNV Vakmensen de loonvraag voor komend jaar heeft vastgesteld op 5 tot 10 procent.

Hoge loonvraag is alleszins redelijk

Volgens econoom en CNV beleidsadviseur Michel Donners is dat historisch hoog, maar ook alleszins redelijk. Alle seinen staan ervoor op groen. ‘Niet alleen vanwege de inflatie, maar ook omdat de winsten van grote bedrijven uitzonderlijk hoog zijn’, zegt hij. ‘Bovendien is en blijft de arbeidsmarkt krap en hoeven we ons geen zorgen te maken dat hoge lonen leiden tot minder werkgelegenheid, zoals bijvoorbeeld in jaren ‘80.’

Leden vinden 10% soms zelfs niet genoeg

De loonvraag is een van de belangrijkste onderwerpen in de cao-nota voor volgend jaar. Even uitleggen. Als bond vragen we rond Prinsjesdag in een enquête aan al onze leden wat zij verbeterd willen zien in cao’s. Wat is bijvoorbeeld een redelijke loonsverhoging? Loon stond bovenaan hun verlanglijstje. Voor een kwart van de leden ging 10% zelfs niet ver genoeg.

Iedereen wil en moet gecompenseerd worden

Econoom Michel Donners begrijpt dat wel. ‘Iedereen wil en moet ook gecompenseerd worden’, zegt hij. ‘Het liefst nog met iets erbij. Hoewel ik me realiseer dat we dat niet voor iedereen kunnen garanderen omdat niet iedereen hetzelfde uitgavepatroon heeft, is dat wel ons uitgangspunt komend jaar.’

10% bij bedrijven die veel winst maken

CNV Vakmensen kijkt bovendien altijd per sector wat de situatie is. Dat is de reden van de bandbreedte in de loonvraag. ‘Bij bedrijven die grote winsten maken, gaat onze eis zeker richting de 10%. Maar in sectoren die bijvoorbeeld aantoonbaar last hebben van hoge energiekosten, kunnen we onze loonvraag omlaag bijstellen als dat nodig is.’

Niet bang voor loon-prijsspiraal

Maatwerk dus en bang voor een loon-prijsspiraal hoef je daarmee niet te zijn. Het is ook een reden dat CNV Vakmensen liever geen automatische verhogingen afspreekt. ‘Dat heeft zeker iets sympathieks. Maar onze ambitie is gewoon hetzelfde, namelijk compensatie. Maar wel dus met ruimte per cao ruimte voor sectorale verschillen. Mocht de inflatie tijdens de looptijd van een cao alsnog veel hoger uitkomen dan verwacht, kun je ook een nabetaling afspreken.’

Vast bedrag helpt onderste schalen

Een wens van de leden is daarbij dat CNV Vakmensen in 2023 vaker loonsverhoging in een vast bedrag afspreekt in plaats van in procenten. Daarmee help je de mensen aan de onderkant van salarisgebouwen. Hoe zit dat?
Stel, werknemer A verdient € 1000 per maand, werknemer B € 2000. Krijgen ze allebei 10% loonsverhoging, dan komt A uit op € 1100 en B op € 2200. Gezamenlijk gaan ze er dus € 300 op vooruit. Je zou die € 300 ook door 2 kunnen delen en ze allebei € 150 geven. A komt dan uit op € 1150 (15% loonstijging), B op € 2150 (7,5% loonstijging).

Solidariteit mag je van vakbond verwachten

Donners: ‘Met een loonvraag in centen in plaats van procenten doen we een beroep op de solidariteit’, zegt Donners. ‘Dat mag je van ons als vakbond verwachten. Wij pleiten ervoor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.’