Wat is een cao?
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, betaling bij overwerk, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen. Een cao geldt voor alle werknemers binnen een bepaald bedrijf of bedrijfstak. Naast een cao, maak je als werknemer ook persoonlijke afspraken met je werkgever. Die staan in je arbeidsovereenkomst. Deze afspraken gelden alleen voor jou als werknemer, niet voor de grote groep. Botsen de afspraken uit de cao en de arbeidsovereenkomst, dan geldt de cao.
Cao-afspraken en wettelijke afspraken
Over arbeidsvoorwaarden bestaan allerlei algemene wetten. Is er een cao, dan geldt deze in plaats van de wet. In de cao staan over het algemeen betere afspraken over arbeidsvoorwaarden dan in de wet. Zo kan het loon in een cao hoger zijn dan het minimumloon. Of krijg je als werknemer meer vakantiedagen dan het wettelijke minimum.
De afspraken in een cao mogen nooit in strijd zijn met de wet. Bijvoorbeeld met het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. In de cao mag het loon dus niet lager zijn dan het minimumloon of minder vakantiedagen dan in het BW. Ook kan een wet bepalen dat bij een cao van wettelijke regels mag worden afgeweken.
Invloed vakbondsleden op cao
Nederland kent ruim 900 verschillende cao’s. Ruim 85% van werkend Nederland valt onder zo’n cao. Vakbonden, werkgevers en werkgeversorganisaties zijn niet verplicht om een cao af te sluiten. Maar volgens de wet zijn deze partijen wel de enige die een cao mógen afsluiten. Voor het CNV geldt dat de leden het uitgangspunt bepalen voor cao-onderhandelingen. Als lid ben jij degene die het laatste woord heeft, voordat een cao definitief wordt. Je krijgt de kans om je uit te spreken welke arbeidsvoorwaarden je verbeterd wilt hebben. Denk daarbij aan loon of opleidingsmogelijkheden.
Vakbondsbestuurder onderhandelt
Met alle ledenvoorstellen onder de arm, onderhandelt een vakbondsbestuurder met de werkgever of werkgeversorganisaties. Vaak wordt er meerdere keren overlegd, voordat er afspraken worden gemaakt. Is er een akkoord tussen vakbond, werkgever of werkgeversorganisatie, dan spreek je van een principeakkoord. Lukt het niet om op alle punten afspraken te maken, dan eindigt een onderhandeling met een onderhandelingsresultaat. Dit leggen we aan de leden voor. Het overleg kan ook leiden tot een eindbod, een bod van de werkgever dat voor de vakbond niet voldoende is.
In alle gevallen zijn hierna de vakbondsleden aan het woord. Als vakbondslid geef je aan of je een akkoord steunt. Wordt het akkoord afgewezen, dan vindt er een nieuw overleg plaats met de werkgever om een aangepaste cao af te sluiten.
Cao-onderhandelingen kunnen erg lastig zijn. Soms liggen de eisen vanuit werkgever en werknemers zo ver uit elkaar, dat de onderhandelingen soms maanden of jaren duren. Soms is het nodig om de werkgever met acties – in het uiterste geval stakingen – onder druk te zetten. Als je als lid staakt, ontvang je geen loon van je werkgever, maar een uitkering uit de stakingskas van de vakbond.
Algemeen verbindend verklaren van cao
Bij een cao-akkoord, verklaart de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de cao algemeen bindend. De cao is dan geldig voor álle werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak. Ook als deze werkgevers en werknemers geen lid zijn van een werkgeversorganisatie of vakbond. Dit heet een bedrijfstak-cao. Veel grote bedrijven hebben een eigen cao: de ondernemings-cao. Daar staan afspraken in over arbeidsvoorwaarden, die voor álle werknemers binnen een bedrijf gelden.
In een cao staan afspraken over arbeidsvoorwaarden. Denk hierbij aan:
- Werktijden
- Beloning (de loonschalen)
- Vakantiedagen
- Pensioenregelingen
- Regels voor overwerken
- Regelingen voor ziekte en ongevallen
- Veiligheid van de werknemer
- Ontslagregelingen (opzegtermijnen, enz.)
- Zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof
- Scholing
Wil je weten of jij een cao hebt? Ga dan naar ons cao-overzicht en zoek op je bedrijf of sector.