Geld voor later: wat je moet weten over pensioen en AOW

Pensioen in Nederland

In ons land bouw je op 3 manieren je pensioen op:

1. Via de AOW (Algemene Ouderdomswet)
2. Pensioen opbouwen via je werkgever (ouderdomspensioen)
3. Door te sparen, beleggen of verzekeren

AOW

Woon en/of werk je in Nederland? Dan bouw je meestal AOW op. Je krijgt AOW, een basispensioen vanuit de overheid, als je jouw AOW-leeftijd bereikt. Met dit bedrag kom je rond, als je stopt met werken, De hoogte van de AOW hangt af van je woonsituatie en hoe lang je in Nederland gewoond en/of gewerkt hebt. Een paar maanden voordat je de AOW-leeftijd bereikt, ontvang je van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een brief. Daarin staat hoe je de AOW aanvraagt.

Pensioen via je werkgever

De meeste werknemers sparen via hun werkgever bij een pensioenfonds of verzekeraar voor extra pensioen. Dit pensioen is een aanvulling op je AOW. Sparen voor aanvullend pensioen is niet wettelijk verplicht. Maar vaak is dit wel verplicht als je werkgever onder een bedrijfstakpensioenfonds valt, of als het is afgesproken in je cao.

Zo werkt de pensioenopbouw

Je werkgever betaalt premie aan een pensioenfonds of verzekeraar: de zogenaamde pensioenuitvoerder. Meestal betalen de werkgever en werknemer allebei een deel van de premie. Soms ieder de helft. En soms betaalt de werkgever 2/3 deel en de werknemer 1/3. Je werkgever houdt de werknemerspremie in op je brutoloon. Het pensioen dat je later krijgt is dus uitgesteld loon. Je spaart namelijk een deel van je brutoloon voor je pensioen en je betaalt daar later pas belasting over. Het ingelegde premiedeel wordt door de pensioenuitvoerder belegd, waarvoor je later een maandelijks pensioenbedrag uitgekeerd krijgt.

Zelf sparen voor je pensioen

Je werkgever is niet wettelijk verplicht je een pensioenregeling aan te bieden. Een AOW-uitkering alleen is voor veel mensen niet genoeg om later rond te komen. Daarom is het verstandig om zelf ook een pensioenpotje te regelen. Bijvoorbeeld door te sparen, te beleggen of een verzekering af te sluiten. Ook als je wel deelneemt aan een pensioenregeling via je werkgever, is wat extra opzij leggen handig. Zo zorg je dat je later niets tekort komt.

Nabestaandenpensioen

Bijna iedereen die voor pensioen spaart, heeft ook een nabestaandepensioen. Als jij dood gaat, dan heeft je partner recht op een uitkering. Net als (studerende)kinderen onder de 21 jaar. Door de Algemene Nabestaandewet (Anw) hebben partner en kinderen van de overledene, recht op een basisinkomen. Dit staat los van het pensioen via werkgevers. Je krijgt alleen Anw als je nog geen AOW-uitkering ontvangt.

Naar nieuw pensioenstelsel

We willen dat iedereen in Nederland een goed pensioen krijgt. Ook de generaties na ons. Daarom hebben de vakbonden, de werkgevers en de overheid samen nieuwe regels voor pensioen gemaakt. De nieuwe regels voor pensioen gelden sinds 1 juli 2023.

Twee redenen voor de nieuwe regel

1. Duidelijker en persoonlijker pensioen

Het is voor mensen niet duidelijk hoeveel geld ze opbouwen en inleggen voor hun pensioen. Met de nieuwe regels bouwt iedereen pensioen op via de premieregeling. Daarin staat vast hoeveel premie jij en je werkgever opzijzetten voor je pensioen. De vakbonden en werkgevers spreken met elkaar af hoe hoog dit bedrag is. Als werknemer zie je duidelijk hoeveel je inlegt en hoe je pensioen groeit. Zodra je met pensioen gaat, krijg je elke maand een bedrag uit deze pot. Je ontvangt, zo lang je leeft, pensioen

1. Pensioen beweegt mee met de economie

Net als nu wordt, onder de nieuwe regels, de ingelegde premie belegd. Afgelopen jaar draaide de economie op volle toeren, al was dat niet altijd terug te zien in de hoogte van het pensioen. De nieuwe regels zorgen ervoor dat je pensioen meebeweegt met de economie. Gaat het goed, dan stijgt je pensioen. Gaat het economisch slechter? Dan kan het pensioen ook omlaaggaan. Om dat risico te minimaliseren worden er maatregelen getroffen, waaronder:

• Solidariteitsreserve; een gezamenlijke pot, waaruit de uitkeringen aangevuld kunnen worden als de rendementen negatief zijn
• Spreiden van schokken; negatieve rendementen hoeven niet in een keer doorgerekend te worden, maar kunnen gespreid worden
• Toedelen van risico; voor ouderen wordt minder risico genomen bij de beleggingen, waardoor de kans op grote verlagingen afneemt, maar door te beleggen de kans op verhoging er ook nog is.

De pensioenfondsen werken nu hard aan de pensioentransitie: de overgang van het huidige naar het nieuwe pensioenstelsel. De pensioenfondsen moeten uiterlijk per 1 januari 2028 overstappen op de nieuwe regels.

Check je pensioenoverzicht

Op mijnpensioenoverzicht.nl bekijk je hoeveel pensioen je tot nu toe hebt opgebouwd via je werkgever(s). En hoeveel AOW je straks kunt verwachten. Zo weet je wat je waarschijnlijk krijgt als je met pensioen gaat.